Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.

Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"



Translate this site


Posts tonen met het label AOW. Alle posts tonen
Posts tonen met het label AOW. Alle posts tonen

Nieuwe belastingschijf alleszins begrijpelijk

Uit uitgelekte plannen van het kabinet blijkt dat er een derde belastingschijf komt. De redactie van het fiscale adviessysteem MFAS ziet dit voorstel als een eerste stap om het probleem op te lossen van de hoge marginale tarieven voor de middeninkomens.

Voor belastingplichtigen die nog niet de AOW-leeftijd hebben bereikt, gelden momenteel twee schijven. De eerste schijf loopt tot € 75.518 met als tarief 36,97%. Het tarief voor bedragen daarboven is 49,5%. Het kabinet wil op deze manier financiële verlichting voor de middeninkomens bewerkstellingen. Vanwege de inkomensafhankelijke heffingskortingen zijn er in werkelijkheid al veel meer schijven. Deze kortingen worden afgebouwd naarmate het inkomen hoger wordt. De algemene heffingskorting en de arbeidskorting in aanmerking nemend zijn de huidige schijven als volgt.

Schijf  Tarief
13.005 0%
13.00524.8205,54%
24.82039.95741,13%
39.95775.51850,11%
75.518124.93056,01%
>124.93049,50%

De hoge effectieve tarieven voor de middeninkomens worden veroorzaakt door de afbouw van de heffingskortingen. Hoe hoger de algemene heffingskorting en deels ook de arbeidskorting, hoe hoger de marginale belastingdruk voor de middeninkomens. Voor deze inkomens geldt een hoger tarief dan voor de hoge inkomens.

Herziening AOW vanwege huwelijk in buitenland

Het gaat in deze zaak alleen om de aanpassing (herziening) van eisers AOW-pensioen met ingang van december 2020 naar de gehuwdennorm en de daaruit voortvloeiende terugvordering van het teveel ontvangen AOW-pensioen van bruto € 1.279.19. De rechtbank zal beoordelen of dat terecht is. De rechtbank gaat niet in op wat eiser heeft aangevoerd over de eerdere zaken tussen hem en de Svb waarin – onder meer – de vraag aan de orde was of eiser per 1 november 2018 verzekerd was voor de Wlz en de Zvw op grond van ingezetenschap. Daar is namelijk al over geoordeeld1. De rechtbank kan dit niet nog een keer beoordelen.

De rechtbank stelt vast dat de Svb eiser niet verwijt dat hij zijn huwelijk niet zou hebben gemeld. Eiser heeft de Svb immers op 24 december 2020 laten weten dat hij gehuwd is. Verder zijn partijen het erover eens dat de Svb de hoogte van eisers AOW-pensioen vanwege het huwelijk mocht aanpassen. Partijen zijn verdeeld over de vraag welke datum als uitgangspunt moet worden genomen voor de aanpassing van eisers AOW-pensioen; 9 november 2020 (datum huwelijkssluiting) of 21 december 2020 (datum waarop het huwelijk volgens eiser door de Royal Thai Police met een stempel in eisers paspoort is bekrachtigd).

Voor het antwoord op die vraag is het volgende van belang. Een huwelijk en de datum van huwelijkssluiting zijn authentieke gegevens als bedoeld in artikel 1.6 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), in samenhang met artikel 2 van het Besluit registratie personen en de tabel die als bijlage 1 bij dat besluit is gevoegd. In artikel 2.8, tweede lid, van de BRP staat aan welke geschriften de gegevens over de burgerlijke staat, indien zij feiten betreffen die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, worden ontleend.

SVB versoepelt regels bij het te laat aanvragen van AOW- en Anw-uitkeringen

Het komt regelmatig voor dat burgers te laat een uitkering aanvragen. Hierdoor lopen zij soms geld mis. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) wil dat burgers krijgen waar zij recht op hebben en heeft daarom het beleid voor het te laat aanvragen van een AOW- of Anw-uitkering versoepeld. Met deze wijziging – die onderdeel vormt van een traject om alle beleidsregels burgervriendelijker te maken – verankert de SVB de menselijke maat verder in haar beleidsregels.

Het nieuwe beleid geldt voor de Algemene ouderdomswet (AOW) en Algemene nabestaandenwet (Anw). Burgers die recht hebben op een AOW- of Anw-uitkering moeten deze uitkering binnen een bepaalde termijn aanvragen. Doen zij dat te laat, dan kunnen zij een deel van hun uitkering mislopen. Of dat daadwerkelijk gebeurt, hangt af van de mate van terugwerkende kracht. Op dit moment is de wettelijk termijn voor de terugwerkende kracht maximaal één jaar teruggerekend vanaf de aanvraagdatum. Alleen in bijzondere situaties mag de SVB hier vanaf wijken. De SVB beleidsregels regelen in welke gevallen een langere terugwerkende kracht geldt. De beleidswijziging is onderdeel van Bestuursrecht op Maat, de beweging waarmee de SVB (nog) burgervriendelijker wordt.

DigiD: U woont in het buitenland

Woont u in het buitenland? En heeft u de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een ander land in de Europese Economische Ruimte (EER)? Dan kunt u een DigiD aanvragen. Had u al een DigiD voordat u verhuisde naar het buitenland? Dan kunt u die gewoon blijven gebruiken.


Om een DigiD aan te vragen in het buitenland, moet u in bezit zijn van:
  • Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van een ander EER-land (de EU-landen, aangevuld met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
  • geldig paspoort of identiteitskaart van een EER-land (let op: geen rijbewijs)
  • burgerservicenummer (BSN)
  • inschrijving in de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI)
  • mobiele telefoon waarop u sms-berichten kunt ontvangen
  • e-mailadres

Portugal mag al snel heffen over Nederlandse socialezekerheidsuitkering

Als Portugal als woonstaat voldoende heft over een socialezekerheidsuitkering, mag bronstaat Nederland op grond van het belastingverdrag de uitkering niet belasten. Dit blijkt uit een arrest van de Hoge Raad. Met commentaar van drs. Edith de Bourgraaf.

Een man woonde in Portugal en ontving een AOW-uitkering uit Nederland. In januari 2019 had de SVB loonbelasting ingehouden over de AOW-uitkering. De AOW-uitkering over het jaar 2019 bedroeg meer dan € 10.000. Volgens de man wees het belastingverdrag tussen Nederland en Portugal het heffingsrecht toe aan Portugal. Er was niet aan voldaan alle drie de voorwaarden om het heffingsrecht toe te wijzen aan de bronstaat. Maar de inspecteur meent dat Nederland wel heffingsbevoegd is over de AOW-uitkering. Hij stelt dat het voldoende is dat aan één voorwaarde is voldaan.

Prejudiciële vragen
De rechtbank heeft met het oog op de beoordeling van het geschil over de interpretatie van het verdragsartikel prejudiciële vragen voorgelegd aan de Hoge Raad. Het betreft de volgende vragen:
  • Onder welke voorwaarden mag Nederland op grond van het verdragsartikel als bronstaat heffen over een socialezekerheidsuitkering betaald aan een inwoner van Portugal?
  • Misschien dat uit het antwoord op de eerste vraag volgt dat ook relevant is op welke wijze Portugal de uitkering in de belastingheffing betrekt. Mocht dat zo zijn, is daarvoor maatgevend de feitelijke belastingheffing in Portugal of hoe de uitkering volgens de Portugese belastingwetgeving in de belastingheffing wordt betrokken? Indien dat laatste het geval is, moet men daarbij rekening houden met een eventuele maatregel ter voorkoming van dubbele belasting?
  • De rechtbank kan zich voorstellen dat uit het antwoord op de eerste vraag volgt dat ook een voorwaarde geldt overeenkomstig wat is vermeld bij onderdeel a van het tweede lid. Mocht dat zo zijn, kan men dan in een geval van een AOW-uitkering voldoen aan die voorwaarde. En zo ja, wat zijn daarbij de toetsingscriteria?”
Cumulatieve eisen bij SV-uitkering
De Hoge Raad oordeelt dat de tekst van het desbetreffende van het belastingverdrag Nederland-Portugal niet eenduidig is. De context van het belastingverdrag biedt evenmin helderheid over de juiste uitleg van deze bepaling. De Hoge Raad merkt vervolgens op dat Nederland alleen mag heffen over een Nederlandse socialezekerheidsuitkering aan een Portugese inwoner als aan alle drie de voorwaarden van het verdragsartikel is voldaan.

Conclusie P-G inzake Nederlands ingezetenen met mini-jobs in Duitsland

Nederlands ingezetenen met mini-jobs in Duitsland die aldaar geen recht op pensioen- en kinderverzekering hebben. Moet Nederland dat op grond van de artt. 45-48 VwEU opvangen hoewel Vo. 1408/71 en de Nederlandse wetgeving exclusief het Duitse stelsel aanwijzen en Nederland geen premie kon heffen?

Feiten: Deze zaken betreffen Nederlands ingezetenen die in Duitsland hebben gewerkt als geringfügig Beschäftigte, inhoudende dat zij weinig verdienden en alleen verzekerd waren tegen arbeidsongevallen. Personen met een dergelijke mini-job zijn dus - ook als zij Duits ingezetenen zijn - in Duitsland niet verzekerd voor Kindergeld en ouderdomspensioen.

Geschil: De belanghebbenden waren in hun Duitse werkperioden niet verzekerd voor de AOW en AKW omdat art. 13(2)(a) Vo. 1408/71, geïmplementeerd in art. 6a AOW en 6a AKW, exclusief het sociale verzekeringsstelsel van het werkland aanwijst. Zij waren in Duitsland evenmin verzekerd. Verplichten de artt. 45-48 VwEU (vrij werknemersverkeer) Nederland om hen desondanks AOW-opbouw en kinderbijslag toe te kennen? Bij Giesen en Van den Berg gaat het om (partnertoeslag op) AOW, bij Franzen om kinderbijslag en AOW.

Help, ik heb levenslooptegoed…

Op 1 januari 2006 werd de levensloopregeling ingevoerd. Maar al in 2011 werd besloten om de regeling weer af te schaffen. En 2021 valt het doek definitief. Tijd om keuzes te maken als u nog levenslooptegoed heeft!

De levensloopregeling werd in 2006 ingevoerd, min of meer ter vervanging van de spaarloonregeling. Werknemers konden hierdoor fiscaal vriendelijk bruto loon opzij te zetten voor bijvoorbeeld zorgverlof, studie of een sabbatical. Wie een levenslooprekening heeft, mag volgens de fiscale regels doorsparen tot en met 2021. Opnemen mag in de periode tot en met 2021 naar eigen behoefte.
Opname is tegenwoordig ook toegestaan als u geen verlof opneemt. Op het moment dat het geld tot uitkering komt, wordt het belast (tegen het progressieve tarief in box 1). Wat u niet opneemt, valt in elk geval een dag vóór het bereiken van de AOW-leeftijd of, als dat eerder is, uw pensioenleeftijd automatisch vrij en wordt tegen het dan voor u geldende tarief belast.

Nieuwe loonstrookjes: bijna iedereen in de plus

De meeste Nederlanders zullen op hun eerste loonstrookje in januari 1 tot 2,5 procent meer netto overhouden, ook als zij van hun baas geen salarisverhoging hebben gekregen. Wie rond 40.000 euro bruto verdient, profiteert relatief het meest van tariefswijzigingen in de inkomstenbelasting en verhoging van de algemene heffings- en arbeidskorting.

Ook bijstandsgerechtigden en AOW’ers krijgen 3 procent meer op hun rekening gestort, doordat hun uitkering meestijgt met de prijzen (inflatie), blijkt uit de jaarlijkse brief over loonstrookjes van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Negatieve uitschieters zijn ouderen met een klein aanvullend pensioen (tot circa 10.000 euro bovenop de AOW). Zij krijgen van hun pensioenfonds 0,2 procent minder overgemaakt dan in december, wat neerkomt op 1 tot 3 euro per maand. Toch gaan zij er niet op achteruit, omdat hun AOW met 30 euro per maand stijgt. Ook profiteren zij van een hogere ouderenkorting van circa maximaal 178 euro op jaarbasis, die bij de jaarlijkse aangifte wordt uitgekeerd.

Medewerker Eurojust niet verzekerd voor de AOW

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

- Belanghebbende, die woont in Nederland, is vanaf 1 november 2002 als ‘staff member’ werkzaam bij Eurojust. Daarnaast is hij reservist bij het Ministerie van Defensie en wordt hij als zodanig enkele dagen per jaar opgeroepen om werkzaamheden te verrichten.
- De SVB heeft belanghebbende met ingang van 1 april 2006 alleen verzekerd geacht voor de Algemene Ouderdomswet (hierna: AOW) voor de dagen dat hij als reservist werkzaamheden heeft verricht.
- Voor de CRvB was in geschil of belanghebbende vanaf 1 april 2006 volledig verzekerd is geweest voor de AOW.
- Voor de CRvB was niet in geschil dat belanghebbendes werkzaamheden voor Eurojust op grond van artikel 14, lid 2, van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Eurojust van 15 maart 2006, Trb. 2006, 68 (hierna: de Zetelovereenkomst), niet leiden tot verzekering voor de AOW. Evenmin was in geschil dat belanghebbendes werkzaamheden als reservist op grond van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (hierna: KB 746) op zichzelf wel leiden tot verzekering voor de AOW.
- Artikel 14, lid 2, van de Zetelovereenkomst verhindert naar het oordeel van de CRvB echter verzekering voor de AOW op grond van KB 746, omdat staff members van Eurojust in alle opzichten zijn uitgesloten van verplichte sociale verzekeringen in Nederland, dus ook voor andere werkzaamheden dan die voor Eurojust.

Extra sparen voor AOW

Werkenden moeten de mogelijkheid krijgen om te sparen voor een hogere AOW-uitkering. De maatregel kan een alternatief zijn voor mensen die voor hun oudedagsvoorziening niet meer afhankelijk willen zijn van een pensioenfonds.

,,Het is een heel eenvoudig systeem”, zeggen initiatiefnemers Charles Verhoef van zzp-organisatie Zelfstandigen Bouw, hoogleraar internationaal pensioenrecht Hans van Meerten en pensioenconsultant John Westerbrink. ,,Een aanvullend pensioen moet zekerheid bieden en daarom hebben we nagedacht of we iets met de AOW kunnen. Geef werkenden de mogelijkheid om extra te sparen voor een hogere AOW-uitkering. Het is betaalbaar en er zitten geen beleggingsrisico’s aan dit plan. Als je maandelijks een bepaald bedrag opzij zet, weet je precies wat de hoogte van je uitkering is over dertig jaar.”

Korting van 4% op het AOW-pensioen

In geding is of het pensioen van appellante terecht is vastgesteld op 92% van het maximale pensioen ingevolge de AOW. De omvang van het geding is evenwel beperkt tot een korting van 4% op het pensioen, nu het hoger beroep alleen betrekking heeft op de periode van 16 juni 2012 tot en met 29 oktober 2014.

Tussen partijen is niet in geschil dat appellante in deze periode geen ingezetene is geweest of ter zake van in Nederland of op het continentaal plat in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting onderworpen is geweest als bedoeld in de zin van artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a, respectievelijk onder b, van de AOW. Van de zijde van appellante is aangegeven – wat niet in geschil is – dat zij in deze periode niet in Nederland woonde, maar in Zweden, en niet in loondienst heeft gewerkt.

Belastingdienst blundert met AOW-leeftijd

Een foutje van de Belastingdienst. De fiscus was even vergeten dat de AOW-leeftijd dit jaar is verhoogd naar 66 jaar. De dienst stuurde echter iedereen die in 1953 geboren is, en dus 65 jaar wordt, een brief dat ze dit jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of al hebben bereikt.

Sinds 2013 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd. In 2018 ligt die grens voor het eerst op 66 jaar. Evengoed stuurde de Belastingdienst aan iedereen die dit jaar 65 wordt, een brief dat ze geen voorlopige aanslag ontvangen. 'U bereikt in 2018 de AOW-leeftijd, of u hebt deze leeftijd in het voorafgaande jaar bereikt', aldus het schrijven van de Belastingdienst.

Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018

Het ministerie van Financiën geeft online een overzicht van de belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018. Het gaat om wijzigingen op het gebied van de inkomstenbelasting, loonbelasting, schenk- en erfbelasting, belastingen op milieugrondslag, autobelastingen, vennootschapsbelasting, btw en accijns. Hierna treft u een overzicht aan van een aantal van de belangrijkste wijzigingen, het volledige overzicht vindt u hier.

Heffingsvrij vermogen en box 3
Spaarders en beleggers gaan het komende jaar minder belasting betalen. Allereerst wordt met ingang van volgend jaar het heffingsvrije vermogen in box 3 verhoogd van 25.000 euro naar 30.000 euro. Voor fiscale partners geldt een gezamenlijk heffingsvrij vermogen van 60.000 euro; dit was 50.000 euro.

Ook wordt meer rekening gehouden met de huidige lage spaarrente. De heffing in box 3 zal met ingang van komend jaar dichter aansluiten bij de gemiddelde werkelijke rendement. Voor het komende belastingjaar 2018 wordt daarbij uitgegaan van de gemiddelde spaarrente van juli 2016 t/m juni 2017.

AOW-verhoging is doorgeslagen

Werknemers in verschillende sectoren maken zich grote zorgen over de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. Zij vrezen dat ze de eindstreep niet halen en daardoor langdurig langs de kant komen te staan. Dat zegt FNV-voorzitter Han Busker in een interview met deze krant.

„Wij merken dat er heel veel onrust heerst onder werknemers in verschillende sectoren. Als ik ergens in het land ben in een fabriek, bij de politie, in de zorg, het onderwijs of de bouw, dan geven mensen aan dat zij hun huidige werk niet tot hun 68ste kunnen volhouden”, zegt Busker.

De AOW-leeftijd gaat in 2022 naar 67 jaar en drie maanden. De verhoging is noodzakelijk, omdat de levensverwachting in ons land stijgt. Het nieuwe kabinet wil de verhoging niet terugdraaien en legt de bal bij de sociale partners.

Kostendelersnorm AOW uit wet gehaald

De AOW blijft voor kostendelers op peil. Het kabinet besloot onlangs in de Voorjaarsnota dat de zogenoemde kostendelersnorm in de AOW niet wordt ingevoerd. De ministerraad heeft er nu op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee ingestemd om het wetsartikel over de kostendelersnorm in de AOW definitief uit de wet te halen. Het kabinet heeft structureel 214 miljoen euro vrijgemaakt om het niet invoeren van de kostendelersnorm te dekken.

Alleenstaande AOW’ers hebben bij volledige AOW-opbouw recht op 70% van het wettelijk minimumloon (WML). Echtparen en samenwonenden hebben recht op 50% WML per persoon omdat zij onder meer woonkosten kunnen delen. In het regeerakkoord stond de bezuinigingsmaatregel om de lagere AOW-uitkering ook te laten gelden voor alleenstaande AOW’ers die bijvoorbeeld samen met een zoon of dochter wonen.

Verhoging AOW-leeftijd onrealistisch

Veel werkgevers en werknemers in het midden- en kleinbedrijf vinden de verhoging van de AOW-leeftijd maar niks. Uit een peiling van EenVandaag en MKB-Nederland onder zeshonderd werkgevers en 9000 werknemers blijkt dat de helft van de werkgevers en 63 procent van de werknemers voorstander is van verlaging van de AOW-leeftijd naar 65 jaar.

Te snel
Nog meer draagvlak is er om mensen met een zwaar beroep vijf jaar eerder AOW te geven. Van de ondervraagde werknemers verwacht 58 procent dat ze gezien hun huidige baan niet kunnen doorwerken tot minimaal 67 jaar en drie maanden. Vooral omdat de werkdruk de laatste jaren alleen maar stijgt en de technologische ontwikkelingen niet bij te benen zijn. Werkgevers vinden vooral dat de stijging te hard gaat en ze missen een regeling voor werknemers met een zwaar beroep.

Sociale zekerheidsverdrag met China treedt per 1 september 2017 in werking

Het sociale zekerheidsverdrag met China treedt per 1 september 2017 in werking. Het verdrag ziet echter niet op alle sociale verzekeringen en biedt slechts gedeeltelijke dekking.

Inleiding
In een eerder nieuwsbericht informeerden wij u over het sociale zekerheidsverdrag dat Nederland en China hebben gesloten. Inmiddels is bekend dat het verdrag per 1 september 2017 in werking treedt. Anders dan de andere verdragen die Nederland heeft gesloten, geldt het verdrag met China niet voor alle onderdelen van de Nederlandse en Chinese sociale verzekeringen.

Uitzending naar China
Het verdrag zorgt ervoor dat werknemers die vanuit Nederland naar China worden uitgezonden voor een periode van maximaal vijf jaar gedeeltelijk in Nederland sociaal verzekerd blijven. Ook gezinsleden die de werknemer vergezellen naar China blijven gedeeltelijk in Nederland sociaal verzekerd, tenzij zij zelf in China gaan werken.

SP wil AOW-leeftijd weer terug naar 65 jaar

De SP wil dat de AOW weer ingaat vanaf 65 jaar. De grootste oppositiepartij heeft zaterdag besloten haar verkiezingsprogramma aan te scherpen. Tot nu gingen de socialisten voor een flexibele AOW-leeftijd, waardoor mensen vanaf 65 jaar zouden kunnen stoppen met werken.

De SP heeft de ruimte gevonden om de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar, aldus lijsttrekker Emile Roemer op een vergadering van de partijraad in Amersfoort. Het geld moet onder meer komen van maatregelen tegen belastingontwijking door grote bedrijven, en een miljonairstaks.

''Waar bij andere partijen de AOW-leeftijd doorstijgt tot ver boven de 70 jaar, zetten wij hem vast op 65. Mensen die jarenlang zwaar werk hebben gehad kunnen daardoor opgelucht ademhalen. Een fijne oude dag en een goed pensioen is haalbaar en betaalbaar'', aldus Roemer. In het verkiezingsprogramma stond al een verhoging van de AOW-uitkering met 10 procent.

Nibud waarschuwt: loonstrookje is niet wat het lijkt

Voor veel Nederlanders zal het salaris in de eerste maand van 2017 hoger uitvallen dan vorig jaar, maar de koopkracht stijgt amper. Bepaalde groepen, zoals 65-plussers met aanvullend pensioen, gaan er flink op achteruit.

De bruto loonstijging komt dit jaar uit op gemiddeld 1,7%, maar veel reden tot juichen is er niet. Daarvoor waarschuwt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) dinsdag. Door zaken als de inflatie en een hogere zorgpremie valt de koopkracht voor veruit de meeste groepen in Nederland uit tussen de -0,5 en 0,5% (zie het overzicht).

AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog

De nieuwe AOW-leeftijd wordt in 2022 67 jaar en drie maanden. De leeftijd gaat omhoog omdat Nederlanders steeds langer leven. De levensverwachting stijgt in 2022. Het CBS maakte vandaag de nieuwe raming van de macro gemiddelde levensverwachting bekend. Een grote meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer stemde in 2012 op voorstel van het vorig kabinet in met de automatische koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting van mensen.

Levensverwachting
De AOW-leeftijd wordt vanaf 2022 op gezette tijden automatisch aangepast aan de stijging van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in stappen van drie maanden per jaar. Dat gebeurt aan de hand van een in de wet vastgelegde formule. Nederland staat in de top van de wereldranglijst bestendige pensioenstelsels, mede door de koppeling van de oudedagsvoorziening aan de gemiddelde levensverwachting. De verhoging van de AOW-leeftijd moet volgens de wet vijf jaar voor de inwerkingtreding bekend worden gemaakt. Daarom wordt dit vandaag bekend gemaakt.

Internationaal werkzaam, zeevarend? Werkzaam in de bagger- of offshore-industrie? Neem contact op met Robelco Tax Services!

X