Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.

Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"



Translate this site


Geen aftrek elders belast voor in Nederland wonende zeevarenden van Allseas

In eerdere berichten hebben wij aandacht besteed aan de vraag of recht bestaat op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting over het arbeidsinkomen van een zeevarende op grond van het belastingverdrag gesloten tussen Nederland en Zwitserland. De betreffende zeevarende staat in dienst van een in Zwitserland gevestigde onderneming (Allseas) en is tewerk gesteld aan boord van een schip van een aan deze onderneming gelieerde andere onderneming. Het betreffende schip kan grote platforms in één keer van hun sokkel lichten en vervoeren. Het schip kan ook pijplijnen leggen voor olie- en gastransport.

Het betrof hier een geschil over de uitleg van de inhoud van artikel 15, lid 3, van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen. Dit artikel luidt als volgt:
Artikel 15. Niet-zelfstandige arbeid
[…] 3. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel mag de beloning verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, of aan boord van een binnenschip, worden belast in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.


Reeds in het jaar 2014 is hier in een memo van ons adviesbureau aandacht aan besteed. In dit memo is uitleg gegeven aan dit verdragsartikel en is met redenen omkleed waarom ons kantoor tot de conclusie kwam dat een werknemer in een dergelijke situatie geen recht kan hebben op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van die verdragsbepaling.
De Hoge Raad heeft reeds op 24 december 2021 geoordeeld dat de betreffende werknemers geen recht hebben op aftrek elders belast over hun arbeidsinkomen op grond van artikel 15, lid 3, van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat. De Hoge Raad heeft met haar uitspraak van 29 september 2023 dit standpunt (wederom) bevestigd en daarmee dit boek definitief gesloten.

Kaderovereenkomst: grensoverschrijdend telewerken per 1 juli 2023

Per 1 juli 2023 stopt de overgangsperiode. Dan gelden de normale Europese aanwijsregels weer. Telewerken in een andere lidstaat kan dan weer gevolgen hebben voor waar u sociaal verzekerd bent. Volgens deze aanwijsregels zijn personen die in meer dan 1 lidstaat werken, meestal sociaal verzekerd in hun woonland als zij daar ten minste 25% van hun totale werktijd werken.

Voor werknemers die grensoverschrijdend telewerken is een Kaderovereenkomst gemaakt. Deze bevat afspraken waardoor een uitzondering op de normale aanwijsregels mogelijk is. Op 6 juni is hierover een Kamerbrief naar de Tweede Kamer gestuurd.

Voorwaarden
Werknemers die in hun woonland telewerken voor een in Nederland gevestigde werkgever kunnen ons vragen om een uitzondering op de Europese aanwijsregels. Als zij voldoen aan de voorwaarden zijn ze sociaal verzekerd in Nederland.

Berekening tijdsevenredig herleid buitenlands inkomen van een keeperstrainer

Artikel 15, eerste lid aanhef en onder b, van het Verdrag, bepaalt – voor zover van belang – dat beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking slechts in die Verdragsluitende Staat belastbaar zijn, tenzij de dienstbetrekking in de andere Verdragsluitende Staat wordt uitgeoefend. In dit geval mogen beloningen verkregen ter zake van een dienstbetrekking in die andere Verdragsluitende Staat worden belast indien de beloning wordt betaald door of namens een werkgever die inwoner van de andere Verdragsluitende Staat is. Dit artikel is op de relevante onderdelen gelijkluidend aan het OESO-modelverdrag.

Het geschil tussen partijen betreft (gelet op voorgaande overwegingen) uitsluitend nog de vraag welk gedeelte van de beloning van de SAFF aan Saoedi-Arabië kan worden toegerekend. Partijen zijn het eens dat dit voor het door belanghebbende ontvangen tekengeld het geval is. Zij zijn het er ook over eens dat het overige salaris tijdsevenredig moet worden toegerekend conform de dagenbreuk in het door de rechtbank in overweging 23 terecht geciteerde arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AP1424 (hierna: het dagenbreuk-arrest). Belanghebbende heeft (naar niet in geschil is) in 2018 in totaal 158 werkdagen in dienst van de SAFF gewerkt (de noemer van de dagenbreuk).

Scheepvaart schreeuwt om stuurlui, maar jongeren blijven liever aan wal

Nederlandse rederijen kampen met tekorten aan kapiteins en officieren en dat lijkt alleen maar erger te worden. Grote leveranciers als Oekraïne en Rusland vallen weg en weinig Nederlandse jongeren zijn geïnteresseerd. De scheepvaart wil daarom makkelijker niet-Europese kapiteins inschakelen.

De coronapandemie en de daaropvolgende oorlog in Oekraïne hebben het werk van Cees Horvers bij rederij Wagenborg een stuk moeilijker gemaakt. 'Sinds die twee gebeurtenissen is het invullen van de officiersposities aan boord moeilijker geworden', zegt Horvers, bij de Groningse rederij verantwoordelijk voor het bemannen van schepen. 'We kunnen alle schepen nog wel laten varen. Maar er is veel meer druk op de planning.'

Met honderd eigen koopvaardijschepen behoort het in 1898 opgerichte Wagenborg tot de grootste rederijen van Nederland. De veer- en sleepboten zitten daar trouwens niet bij. Horvers en zijn afdeling regelen daarnaast de crew voor zestig schepen van enkele andere rederijen. Een multiculturele klus. Horvers: 'In totaal werken we met een pool van drieduizend zeevarenden, bestaande uit dertig nationaliteiten.' De helft van de pool heeft een officiersrang: kapitein, stuurman of hoofdwerktuigkundige (machinist).

Kent u de Wet op de blauwe citroenen?

Vast niet. De Wet op de blauwe citroenen is een hele simpele, korte wet afkomstig van het ministerie van Financiën. De wet kent maar vier artikelen:
  • Artikel 1: Citroenen zijn blauw.
  • Artikel 2: Als de rechter vindt dat ze geel zijn, zijn ze toch blauw.
  • Artikel 3: Zelfs als ik als staatssecretaris van Financiën zeg dat ze geel zijn, zijn ze toch blauw.
  • Artikel 4: Deze wet geldt van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2022. Pas vanaf 1 januari 2023 zijn citroenen geel.
Herkent u hem nog steeds niet? Deze wet is ook wel bekend onder de naam Wet rechtsherstel box 3.

De Wet rechtsherstel box 3 onderscheidt drie vermogenscategorieën, elk met een eigen forfaitair rendement:
  1. banktegoeden;
  2. overige bezittingen; en
  3. schulden.
Voor het jaar 2018 gold voor de categorie banktegoeden een forfaitair rendement van 0,12 procent en overige bezittingen 5,38 procent. Een aandeel in het vermogen van een Vereniging van Eigenaren (VvE) en een aandeel in het geld op een derdengeldrekening van een notaris worden wettelijk in de Wet rechtsherstel box 3 aangemerkt als ‘overige bezitting’. Zie hier artikel 1 van de Wet op de blauwe citroenen: citroenen zijn blauw.

Dit, ofschoon aandelen in het vermogen van een VvE en bij aandelen in geld op een derdengeldenrekening van een notaris feitelijk het karakter hebben van banktegoeden. Dat blijkt uit een eigen onderzoek van de Belastingdienst: niet minder dan 99,92 procent van de middelen van VvE’s zijn op bank- of spaarrekeningen ondergebracht.

Informatieplicht werkgever jegens piloten over wijziging belastingverdrag

Het middel richt zich met een rechtsklacht en diverse motiveringsklachten tegen het oordeel van het hof dat op KLM uit hoofde van goed werkgeverschap niet de plicht rustte om de vliegers te waarschuwen voor, of te informeren over, de verdragswijziging en de mogelijke financiële gevolgen daarvan voor de vliegers. Het klaagt onder meer dat KLM daartoe wel degelijk gehouden was, aangezien
  • (i) zij een grote professionele werkgever is met een eigen fiscale afdeling en vele in het buitenland wonende werknemers,
  • (ii) het ging om een verdragswijziging die mogelijk tot gevolg zou hebben dat, anders dan voorheen, sommige van haar werknemers inkomstenbelasting in Nederland verschuldigd zouden worden en KLM loonbelasting op het loon van deze werknemers zou moeten inhouden en afdragen en
  • (iii) KLM van de verdragswijziging op de hoogte was en overigens (in verband met haar verantwoordelijkheid voor inhouding van loonbelasting) ook behoorde te zijn.
Aan die waarschuwings- of informatieplicht doet niet af dat de betaling van inkomstenbelasting tot de verantwoordelijkheid van de werknemer behoort en dat KLM daarin geen adviserende rol heeft. Het hof heeft dat ofwel miskend, ofwel zijn oordeel onvoldoende begrijpelijk gemotiveerd, aldus het middel.

Een nieuw belastingverdrag kan een slechtere financiële positie betekenen

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de aanslagen voor de jaren 2017 tot en met 2019 te hoog zijn vastgesteld. Ter onderbouwing voert zij aan dat:
  • I) de invoering van het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en Duitsland (Belastingverdrag) haar in een verslechterde financiële situatie heeft gebracht ten opzichte van het vorige Verdrag;
  • II) de in het Belastingverdrag geregelde Nederlandse heffingsbevoegdheid geen heffingsverplichting inhoudt;
  • III) het discriminatieverbod is geschonden.
De inspecteur heeft voorgaande stellingen gemotiveerd bestreden.

De hoofdregel uit het Belastingverdrag is dat pensioen en socialezekerheidspensioenen betaald aan een inwoner van Nederland belast zijn in Nederland (woonstaatheffing). Indien deze inkomsten afkomstig zijn uit de andere staat (Duitsland) en het brutobedrag daarvan meer bedraagt dan € 15.000, dan mag de andere staat ook heffen (bronstaatheffing).

Internationaal werkzaam, zeevarend? Werkzaam in de bagger- of offshore-industrie? Neem contact op met Robelco Tax Services!

X