Ook bijstandsgerechtigden en AOW’ers krijgen 3 procent meer op hun rekening gestort, doordat hun uitkering meestijgt met de prijzen (inflatie), blijkt uit de jaarlijkse brief over loonstrookjes van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Negatieve uitschieters zijn ouderen met een klein aanvullend pensioen (tot circa 10.000 euro bovenop de AOW). Zij krijgen van hun pensioenfonds 0,2 procent minder overgemaakt dan in december, wat neerkomt op 1 tot 3 euro per maand. Toch gaan zij er niet op achteruit, omdat hun AOW met 30 euro per maand stijgt. Ook profiteren zij van een hogere ouderenkorting van circa maximaal 178 euro op jaarbasis, die bij de jaarlijkse aangifte wordt uitgekeerd.
Hogere uitgaven
Dat mensen meer op hun rekening gestort krijgen, betekent niet per se dat zij netto meer te besteden krijgen. Zo stijgt komend jaar het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent, wat leidt tot hogere uitgaven. Ook stijgt de zorgpremie en de energiebelasting. Toch is dat voor 96 procent van de Nederlanders het geval, aldus Sociale Zaken. Een doorsnee huishouden gaat er in 2019 1,6 procent op vooruit, dat is iets meer dan de toename van 1,5 procent die nog op Prinsjesdag werd verwacht. Dit komt vooral doordat de zorgpremies minder hard stijgen dan verwacht, zo blijkt uit bijgestelde cijfers van het Centraal Planbureau.
Concreet krijgt een gezin waarvan de ene partner 35.000 euro en de andere partner 17.500 euro verdient in januari 65 euro netto meer gestort op de bankrekening. Door hogere BTW, energiebelasting en zorgpremie blijft daar 15 euro van over. Wie kinderen heeft, ziet dat bedrag nog stijgen doordat kinderbijslag en kinderopvangtoeslag komend jaar toenemen.
De grootste koopkrachtstijging is komend jaar weggelegd voor ouderen met een flink aanvullend pensioen van circa 30.000 euro bovenop hun AOW. Zij mogen zich verheugen op een koopkrachtplus van 2,9 procent. Zij profiteren van de verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting plus verhoging van de ouderenkorting.
Kinderbijslag
Alleenstaande ouders met een minimumloon komen er als groep juist bekaaid af. Zij krijgen 0,3 procent meer te besteden. Dit komt vooral doordat zij niet profiteren van tariefsverlaging in de inkomstenbelasting omdat zijn niet of nauwelijks belasting betalen. Dat ze er toch iets op vooruitgaan komt vooral door de hogere kinderbijslag.
Het ministerie van Sociale Zaken wijst erop dat de berekeningen die het heeft gemaakt niet voor iedereen herkenbaar zullen zijn. Wie gaat samenwonen, zijn baan verliest of juist een promotie maakt, ziet veel grotere koopkrachtverschillen terug dan mensen voor wie de persoonlijke situatie niet of nauwelijks verandert.