Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.

Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"



Translate this site


Voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2018 zonder betaalinformatie

Hebt u in december 2017 of januari 2018 een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2018 ontvangen? Stond hierin dat u geld terug zou krijgen? En hebt u daarna een te betalen voorlopige aanslag ontvangen? Dan kan het zijn dat op de nieuwe voorlopige aanslag de betaalinformatie ontbreekt. U ontvangt van ons een brief waarin we uitleggen hoe u kunt betalen, in hoeveel termijnen en of er mogelijk een betalingskorting voor u van toepassing is.

Voor wie?Iedereen die in december 2017 of januari 2018 een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2018 heeft ontvangen waarin een te ontvangen bedrag vermeld stond. En daarna een te betalen voorlopige aanslag kreeg.

Overzicht belastingverdragen

De Nederlandse overheid onderhandelt voortdurend met andere landen over (nieuwe) belastingverdragen. Nederland zal in 2018 nieuwe gesprekken proberen te starten met Australië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Marokko, Oostenrijk en Portugal.

Daarnaast zal Nederland gesprekken voortzetten met onder andere Andorra, België, Brazilië, Chili, Frankrijk, Liechtenstein, Mozambique, Oeganda, Pakistan, Senegal, Sri Lanka en mogelijk met de Verenigde Staten. Doel van de onderhandelingen is een nieuw of gewijzigd belastingverdrag. Een dergelijk verdrag omvat afspraken die moeten voorkomen dat enerzijds bedrijven of burgers dubbel belasting betalen en anderzijds dat er geen belasting wordt betaald. Dit wordt bewerkstelligd door de heffingsrechten tussen Nederland en het betreffende andere land te verdelen en door in belastingverdragen antimisbruikbepalingen op te nemen om de risico’s op onbedoelde niet- heffing en misbruik te beperken.

Reactie staatssecretaris op bericht “Belastingwijziging benadeelt grensarbeiders uit België en Duitsland”

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt over het bericht "Belastingwijziging benadeelt grensarbeiders uit België en Duitsland" in het Financieele Dagblad. De maatregel gaat op 1 januari 2019 in.

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) over het bericht "Belastingwijziging benadeelt grensarbeiders uit België en Duitsland" in het Financieele Dagblad van 11 december 2017. Hij zegt dat het een maatregel betreft die op 1 januari 2019 ingaat en dat die maatregel tot doel heeft te voorkomen dat buitenlandse belastingplichtigen via de loonheffing het belastingdeel van heffingskortingen ontvangen waarop zij in de inkomstenbelasting geen recht hebben.

Tijdelijk in Oostenrijk werkende skilerares oefent werkzaamheden uit op grondgebied 2 lidstaten

Bij arrest van 13 september 2017, X, C-569/15, ECLI:EU:C:2017:673, BNB 2017/213 (hierna: het arrest van het Hof van Justitie), heeft het Hof van Justitie, uitspraak doende op die vragen, voor recht verklaard:
“Artikel 14, lid 2, onder b), i), van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 592/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008, moet aldus worden uitgelegd dat een persoon die op het grondgebied van een lidstaat woont en daar werkzaamheden in loondienst verricht en die gedurende een periode van drie maanden onbetaald verlof neemt en werkzaamheden in loondienst verricht op het grondgebied van een andere lidstaat, moet worden beschouwd als een persoon die op het grondgebied van twee lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt uit te oefenen in de zin van deze bepaling, voor zover, ten eerste, hij volgens de socialezekerheidswetgeving van de eerste lidstaat wordt beschouwd werkzaamheden in loondienst uit te oefenen gedurende die verlofperiode, en, ten tweede, de werkzaamheden die op het grondgebied van de tweede lidstaat worden verricht, gewoonlijk worden uitgeoefend en van betekenis zijn, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.”

Bij geringe thuiswerkzaamheden geen werkzaamheden op grondgebied 2 lidstaten

Bij arrest van 13 september 2017, X, C-570/15, ECLI:EU:C:2017:674, BNB 2017/214, heeft het Hof van Justitie, uitspraak doende op die vraag, voor recht verklaard:
“Artikel 14, lid 2, onder b), i), van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 592/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008, moet aldus worden uitgelegd dat een persoon als in het hoofdgeding, die in loondienst werkzaam is voor rekening van een op het grondgebied van een lidstaat gevestigde werkgever en die woont in een andere lidstaat, op het grondgebied waarvan hij in het betreffende jaar een deel van die werkzaamheden in loondienst – 6,5 % van zijn arbeidsuren – heeft verricht, zonder dat dit vooraf met zijn werkgever was overeengekomen, niet moet worden beschouwd als een persoon die werkzaamheden in loondienst op het grondgebied van twee lidstaten pleegt uit te oefenen in de zin van die bepaling.”

Ondanks aansluiting bij Chinees sociale zekerheidsstelsel ook Franse heffingen verschuldigd

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd is met het EU-recht dat Frankrijk Jahin onderwerpt aan heffingen over inkomsten uit kapitaal als bijdrage aan het Franse socialezekerheidsstelsel. Dat op een Unieburger slechts één wetgeving inzake sociale zekerheid van toepassing is, is niet van belang.

Naar aanleiding van het De Ruyter-arrest (HvJ EU, 26 februari 2015, nr. C‑623/13, V-N 2015/13.17) stelt Frankrijk een regeling op waarbij recht bestaat op ontheffing en teruggaaf van diverse Franse heffingen. Hierbij is vastgesteld dat alleen natuurlijke personen die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een andere staat dan de Franse Republiek die is gelegen in de Europese Unie, de EER of de Zwitserse Bondsstaat, recht op terugbetaling hebben. Volgens de Fransman Frédéric Jahin is dit onder andere in strijd met het vrij verkeer van kapitaal. Jahin woont sinds 2003 in China en is daar bij een particulier socialezekerheidsstelsel aangesloten. In de jaren 2012 tot 2014 stelt Frankrijk diverse heffingen vast over onroerende inkomsten en de meerwaarde uit de verkoop van een onroerende zaak. Jahin is het hier niet mee eens. De Franse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Conclusie A-G met betrekking tot referentieperiode artikel 38 lid 2 AWR

Belanghebbende was in het onderhavige jaar werkzaam als kapitein bij [A], gevestigd in Nederland. Hij is op 13 november 2012 afgereisd naar Angola om aldaar te werken. Na een periode van verlof, ziekte en cursusdagen is belanghebbende op 28 februari 2013 wederom afgereisd naar Angola. Hij heeft vervolgens werkzaamheden in Angola, Congo en Angola verricht.

In cassatie is in geschil of belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op de voet van artikel 38 lid 2 AWR (Cyprus-regeling). Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende drie aaneengesloten maanden arbeid heeft verricht in Angola. Tussen partijen is niet in geschil dat een verhouding werkdagen:verlofdagen van 1:1 in het geval van belanghebbende evenredig is.

De Rechtbank is van oordeel dat de evenredigheid tussen de verlofperiode en de gewerkte periode in het onderhavige geval mag worden beoordeeld over een (langere) periode van een jaar. Uit de stukken volgt dat er, gerekend over de periode van 365 dagen die aanvangt op 13 november 2012, een periode van 187 gewerkte dagen is af te lezen. Het gelijk is aan belanghebbende.

Belastingdienst blundert met AOW-leeftijd

Een foutje van de Belastingdienst. De fiscus was even vergeten dat de AOW-leeftijd dit jaar is verhoogd naar 66 jaar. De dienst stuurde echter iedereen die in 1953 geboren is, en dus 65 jaar wordt, een brief dat ze dit jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of al hebben bereikt.

Sinds 2013 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd. In 2018 ligt die grens voor het eerst op 66 jaar. Evengoed stuurde de Belastingdienst aan iedereen die dit jaar 65 wordt, een brief dat ze geen voorlopige aanslag ontvangen. 'U bereikt in 2018 de AOW-leeftijd, of u hebt deze leeftijd in het voorafgaande jaar bereikt', aldus het schrijven van de Belastingdienst.

Minister verstrekt Tweede Kamer analyse van knelpunten inzake A1-verklaringen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstrekt aan de Tweede Kamer een analyse omtrent de knelpunten in de regels rond de A1-verklaringen. Die verklaringen worden binnen de EU gebruikt om dubbele verzekering en premieheffing te voorkomen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderschrijft, net als de Tweede Kamer, het uitgangspunt van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. Voorkomen moet immers worden dat via oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden of premieafdrachten Nederlandse werknemers benadeeld worden. Hij stelt dat onder zijn voorganger al het nodige op dit vlak bereikt is. Hij wijst hierbij op de verbetering van de detacheringsrichtlijn. Ook wijst hij op het in de Raad van 23 oktober 2017 bereikte akkoord dat de arbeidsvoorwaarden van gedetacheerde werknemers verbetert en een gelijk speelveld binnen de EU zal bevorderen.

Hollands glorie: elektrisch binnenvaartschip gaat in de zomer het water op

Een klein groen lichtpuntje in de anders zo vervuilende scheepvaartsector: in augustus gaat een elektrisch binnenvaartschip van Nederlandse makelij te water. Daarna volgen er nog tien. "De markt verandert, we moeten de uitstoot verminderen", zegt initiator van de elektrische schepen Ton van Meegen. Zijn ouders hadden vroeger een binnenvaartschip, dus hij keek al als klein jongetje vol bewondering naar de scheepvaart. Eenmaal volwassen ging van Meegen zelf schepen exploiteren en nieuwe bouwen. In 2014 besloot hij zich te gaan verdiepen in elektrische schepen. "Want dat is toch het belangrijkste voor de toekomst."

Industrie van de lange adem
De scheepvaart verduurzamen is een uitdaging, omdat schepen worden gekocht om er nog heel lang mee te varen. "Binnenvaartschepen gaan 50 tot 70 jaar mee. Dus als je in 2050 helemaal groen moet zijn, dan hebben veel scheepvaartbedrijven echt een probleem." De Nederlandse overheid werkt toe naar een CO2-arme maatschappij in 2050.

Loonstrook 2018 onder de loep: laagste inkomens leveren in

De meeste werknemers vinden deze maand nauwelijks extra geld op hun loonstrookje terug. Hoge inkomens gaan er het meest op vooruit, minima met een laag loontje leveren in. Dat blijkt uit berekeningen die loonstrookjesverwerker ADP vanmorgen heeft gepubliceerd.

Werknemers met een modaal salaris (2.894 euro) ontvangen straks netto 7 euro meer. Wie anderhalf keer modaal verdient, ziet nog 1 euro extra op de loonstrook. Mensen die meer verdienen (twee keer modaal) gaan er 16 euro op vooruit.

Bekaaid ervan af komen deeltijdwerknemers met een minimaal loontje van tussen de 1.000 en 1.500 euro per maand. Zij ontvangen tot vier euro minder. Werknemers met een minimaal salaris van 1.578 euro vinden 7 euro extra terug op hun salarisstrook.

Ouder binnenvaartschip minder snel uit de vaart

Door een voorstel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kunnen enkele duizenden binnenvaartschepen langer in de vaart blijven. Schepen die zijn gebouwd op 1 april 1976 of eerder, profiteren van een versoepeling van de geluidseisen die in 2020 ingaat.

Het voorstel om de binnenvaartsector tegemoet te komen in een versoepeling van de geluidseisen voor oudere schepen, is aangenomen door de bevoegde internationale autoriteit. Dit betekent dat oudere binnenvaartschepen vanaf 1 januari 2020 niet onverkort aan de dan geldende geluidseisen hoeven te voldoen. Bij ongewijzigde regelgeving zouden deze schepen vrijwel zeker uit de vaart moeten worden genomen wegens het niet halen van de wettelijke geluidsnormen.

Nieuwe wetten per 1 januari 2018

Hieronder treft u een overzicht aan van de belangrijkste wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid die per 1 januari 2018 in werking treden.

Huwelijksvermogensrecht
Verder wijzigt het wettelijke basisstelsel voor huwelijken die na 1 januari 2018 worden gesloten. Echtgenoten trouwen niet meer automatisch in een algehele gemeenschap van goederen, maar in een beperkte gemeenschap. Alleen het vermogen dat voor het huwelijk van de echtgenoten samen is en verder alles wat tijdens het huwelijk aan vermogen wordt opgebouwd, valt in de huwelijksgemeenschap. Het voorhuwelijks privévermogen, giften en erfenissen blijven voortaan van de echtgenoten privé, tenzij echtgenoten samen iets anders vastleggen in huwelijkse voorwaarden.

Juridische beroepen
Verder treedt de wet in werking op grond waarvan de kosten van het toezicht op notarissen en gerechtsdeurwaarders en de kosten van tuchtrechtspraak van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders volledig worden doorberekend aan de beroepsgroepen.

Nederland wil nieuw verdrag tegen ontwijken belastingen

In de strijd tegen belastingontwijking wil Nederland een nieuw verdrag met andere landen, waarmee misbruik van bestaande overeenkomsten kan worden aangepakt. Met het gewenste nieuwe verdrag kan Nederland in één keer maatregelen tegen belastingontwijking opnemen in bestaande belastingverdragen met ruim veertig landen. Met zo'n nieuw verdrag kunnen landen op een snelle manier hun bestaande belastingverdragen aanpassen, zonder dat hiervoor nieuwe onderhandelingen nodig zijn.

Nederland heeft al met veel verschillende landen afzonderlijke belastingverdragen afgesloten. Die zijn bedoeld om te voorkomen dat burgers en bedrijven in beide landen belasting betalen over dezelfde inkomsten.

Zoveel belasting moet je over je bitcoins betalen

Nederlandse bitcoin-investeerders hebben de afgelopen maanden flinke winsten geboekt. Daar moet je natuurlijk wel netjes belasting over betalen, en dat werkt zo.

Nederlanders moeten elk jaar hun vermogen opgeven, en daar horen cryptocurrencies inmiddels ook bij. De Belastingdienst ziet bitcoins, ethers en alle andere digitale munten als 'overige bezittingen', die je moet opgeven als je in april belastingaangifte doet. De waarde van je cryptocurrencies wordt gezien als onderdeel van je totale vermogen. Als dat meer is dan 25.000 euro, dan komt de Belastingdienst langs: afhankelijk van de hoogte van je vermogen betaal je tussen 0,86 en 1,61 procent aan belasting.

Hoekstra: misschien extra lastenverlichting

Het kabinet sluit extra lastenverlichting niet uit. Minister Hoekstra van Financiën zet de deur op een kier om een deel van eventuele begrotingsoverschotten terug te geven aan de belastingbetaler. In een interview met deze krant wijst de CDA’er erop dat het kabinet traditiegetrouw in het voorjaar bekijkt of er onder de streep extra geld overblijft. Doordat de economie harder groeit dan eerder werd voorspeld, is het niet ondenkbaar dat er meer belastinggeld wordt opgehaald dan gedacht. Zo kende de begroting ook dit jaar een miljardenoverschot.

Regeringspartij VVD drong er bij monde van VVD-Kamerlid Hennis vlak voor de kerst al op aan dat bij meevallers de belastingbetaler meedeelt in de pot. Minister Hoekstra (Financiën) benadrukt echter zuinig te zijn en gevraagd naar een scenario van overschotten wil hij eerst kijken of er nog geld moet worden uitgetrokken voor specifieke onderwerpen. Maar lastenverlichting noemt hij vervolgens ook een ’optie’. De bewindsman waarschuwt echter dat de Brexit nog voor een flinke tegenslag voor de economie kan zorgen. „Dat is evident een van de grootste risico’s die de komende jaren op ons afkomt.” Bovendien erkent Hoekstra dat de klimaatrekening fors kan oplopen.

Toepassing heffingskortingen buitenlandse belastingplichtigen beperkt

In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 staat een maatregel om de toepassing van heffingskortingen door buitenlandse belastingplichtigen te beperken.

Het kabinet stelt voor om vanaf 2019 in de loonbelasting voor alle buitenlandse belastingplichtigen alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toe te laten passen waarop niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit het betreffende land in de inkomstenbelasting recht hebben. Op grond van de voorgestelde maatregel wordt bij buitenlandse belastingplichtigen uit de landenkring vanaf 2019 in de loonbelasting alleen van de arbeidskorting het belastingdeel toegepast en wordt bij buitenlandse belastingplichtigen uit derde landen van geen enkele heffingskorting het belastingdeel toegepast.

Internationaal werkzaam, zeevarend? Werkzaam in de bagger- of offshore-industrie? Neem contact op met Robelco Tax Services!

X