Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.

Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"



Translate this site


Gehandicapt kind niet behoeftig? Dan geen reden voor aftrek!

De rechtbank stelt voorop dat het hebben van eigen inkomsten en vermogen van gehandicapte kinderen in zijn algemeenheid niet direct aan aftrek in de weg staat, maar dat, indien het gehandicapte kind niet behoeftig is, er geen is reden voor aftrek. De belastingplichtige kan zich in die situatie ook niet redelijkerwijs gedrongen voelen tot het doen van de uitgaven. Slechts als sprake is van bijzondere omstandigheden kan aanleiding bestaan om geen rekening te houden met de inkomsten of het vermogen van het kind.

In de onder 1.6 genoemde brief van de Staatssecretaris van Financiën is aangegeven dat van deze omstandigheden bij de weekendzorg voor een gehandicapte doorgaans sprake is, waardoor het zeer bezwaarlijk kan zijn de kosten van opvang op de gehandicapte te verhalen. De brief geeft slechts een algemene visie van de Staatssecretaris in zijn hoedanigheid van uitvoerder van de belastingwet op de uitwerking van de begrippen “drukken” en “redelijkerwijs gedrongen voelen” waaraan voor dit specifieke geval geen gevolgen kunnen worden verbonden. Dat “doorgaans” sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden, geeft aan dat dit niet het geval is voor alle situaties waarin sprake is van uitgaven voor weekendbezoek van gehandicapte kinderen.

De rechtbank komt daarom toe aan de beantwoording van de vraag of de hoogte van het inkomen en/of het vermogen van eiseres’ dochter in de weg staat aan de aftrek. De rechtbank is van oordeel dat de hoogte van het inkomen van eiseres’ dochter in dit geval geen rol speelt. De rechtbank acht hierbij van belang dat gehandicapten die in een instelling verblijven doorgaans een arbeidsongeschiktheidsuitkering genieten. Als de hoogte van deze uitkering vervolgens een belemmering zou vormen voor het recht op de aftrek als bedoeld in artikel 6.25 van de wet, zou dit artikel nooit tot de beoogde aftrek kunnen leiden. De hoogte van het vermogen van eiseres’ dochter is echter wel een factor die aan aftrek van de weekenduitgaven in de weg staat. De rechtbank is van oordeel dat het vermogen van eiseres’ dochter in het jaar 2010 (zie 1.4) zodanig hoog was dat niet gezegd kan worden dat eiseres’ dochter in dat jaar behoeftig was. Eiseres hoefde zich dan ook niet redelijkerwijs gedrongen te voelen tot het doen van de uitgaven. De onzekerheid ten aanzien van de mogelijke toekomstige stijging van zorgkosten en eventuele begrafeniskosten waarvoor eiseres’ dochter haar spaargeld in stand zou moeten houden, maakt dit oordeel niet anders (vergelijk Hof Arnhem-Leeuwarden 11 maart 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2030).

De door eiseres gestelde aanzienlijke daling van haar dochters vermogen in de jaren na 2010, kan wellicht op enig moment bij haar recht op aftrek van weekenduitgaven doen ontstaan. Voor het jaar 2010 kan deze stelling haar echter niet baten.

Internationaal werkzaam, zeevarend? Werkzaam in de bagger- of offshore-industrie? Neem contact op met Robelco Tax Services!

X