Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.

Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"



Translate this site


Ongelijke gevallen moeten ongelijk worden behandeld

Waar: Centrale Raad van Beroep in Utrecht
Waarom: De Sociale Verzekeringsbank is het oneens met de uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat de nabestaandenuitkering van Turkse weduwen niet verlaagd kan worden op grond van de Wet woonlandbeginsel.
Uitspraak: 28 februari 2014

Waarom zou de nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) voor een weduwe in het goedkope Turkse Diyarbakir net zo hoog moeten zijn als de uitkering voor een weduwe in het dure Doetinchem? Nou, omdat Nederland zich als lidstaat van de Europese Unie dient te houden aan internationale afspraken en verdragen, en die staan in het geval van Turkije geen differentiatie toe, oordeelde de Amsterdamse rechtbank afgelopen zomer.

Streep
Deze politiek gevoelige uitspraak was een streep door de rekening van het kabinet, dat in 2012 de Wet woonlandbeginsel door het parlement loodste. Deze wet bepaalt dat de hoogte van de uitkering wordt verlaagd naar het kostenniveau van het woonland (buiten de Europese Unie) van de uitkeringsgerechtigde. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) verlaagde de nabestaandenuitkering voor Turkse weduwen op 1 januari 2013 aldus met veertig procent. Zeven weduwen, die al jaren een nabestaandenuitkering ontvingen op grond van de Algemene nabestaandenwet, stapten naar de rechter en kregen gelijk van de rechtbank. Uitvoeringsinstantie SVB ging onmiddellijk in beroep bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht (CRvB), de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Marokko
Op een latere zitting buigt de Centrale Raad van Beroep zich overigens over de uitkeringen van weduwen in Marokko, die ook niet mogen worden gekort van de rechtbank. En daar blijft het niet bij. Ook de ‘jonge weduwen’, van wie de uitkering is ingegaan na de inwerkingtreding van de Wet woonlandbeginsel, komen aan de beurt, net als de gevallen van kinderbijslag, de toeslag op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia) en de vervolguitkering op de Wia.

Druk
Het is druk vanmiddag (vrijdag 17 januari). Er zijn zelfs stoelen bijgezet in de zittingszaal van de Centrale Raad van Beroep aan het Utrechtse Vrouwe Justitiaplein. Het gaat ook ergens om. Wordt het woonlandbeginsel in de sociale zekerheid de doodsteek toegebracht, wordt zijn leven gerekt of overleeft hij glorieus? “Ik verzoek de partijen niet te veel in herhaling te vallen. Als dat lukt, zijn we voor de sluiting van het gebouw klaar”, zegt de voorzitter van deze meervoudige zitting, raadsheer Van der Kade. Ze wordt geflankeerd door de raadsheren De Vries en Lenos. “We hebben de verweerschriften gelezen; we weten waar het om draait”, stelt Van der Kade de verzamelde advocaten gerust. En dat zijn er nogal wat. Zes namens de Turkse weduwen en twee namens de Sociale Verzekeringsbank.

Bestaansminimum
Als het aan landsadvocaat Arco Rop ligt, overleeft het woonlandbeginsel deze zitting in Utrecht glansrijk. Waarom? “Omdat dit beginsel recht doet aan de doelstellingen van de Algemene nabestaandenwet. Het is redelijk en rechtvaardig omdat Anw-gerechtigden die in Nederland of daarbuiten wonen een uitkering krijgen op het niveau van een sociaal minimum.” Want daar is de wet volgens SVB-raadsman Rop voor bedoeld. “De Algemene nabestaandenwet geeft recht op bescherming tegen een leven onder het bestaansminimum. Omdat het kostenniveau in Turkije lager is dan in Nederland, konden weduwen met de Anw-uitkering meer kopen dan zij voor dat bedrag in Nederland konden kopen. Daarmee ontvingen de weduwen een uitkering die boven een sociaal minimum lag. Dat is in strijd met de doelstellingen van de Anw en staat bovendien op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel. Ongelijke gevallen moeten ongelijk worden behandeld naar de mate van ongelijkheid”, aldus Rop.

Interpretatie
Het woonlandbeginsel is volgens de Sociale Verzekeringsbank niet alleen billijk, het is ook in overeenstemming met het Associatieverdrag tussen de EEG en Turkije, dat stamt uit de tijd dat Joseph Luns minister van buitenlandse zaken was. Het Hof van Justitie in Luxemburg heeft volgens de landsadvocaat herhaaldelijk bepaald dat dit associatierecht een beperkte, economische doelstelling heeft. Alles draait daarbij om de interpretatie van (het latere) Besluit 3/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 ‘betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen van de Lidstaten der Europese Gemeenschappen op Turkse werknemers en hun gezinsleden’. Landsadvocaat Arco Rop verdedigt het standpunt van de SVB: “In dit besluit beoogt men te voorkomen dat nabestaanden van Turkse werknemers die recht hebben op een uitkering, slechter af zouden zijn door in Turkije in plaats van in Nederland te wonen. Het woonlandbeginsel is daarmee niet in strijd. De verweersters zijn niet slechter af dan wanneer zij in Nederland zouden wonen. De uitkering die voorziet in een sociaal minimum wordt volledig uitbetaald. Als het kostenniveau in Turkije zou stijgen, zou de woonlandfactor worden aangepast en het bedrag worden verhoogd.”

Differentiatie
De uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat differentiatie van de nabestaandenuitkeringen op basis van de woonplaats niet door de beugel kan, houdt geen stand en de beroepen moeten ongegrond worden verklaard, concludeert landsadvocaat Rop namens de SVB. Juist de toelaatbaarheid van differentiatie, of beter, de ontoelaatbaarheid, is inzet van het betoog van advocate Lotje de Roy van Zuydewijn. Zij valt vandaag een beetje uit de toon, want is als enige advocaat niet in toga gehuld. De CRvB eist namelijk niet van advocaten dat zij gekleed gaan in een toga. De Roy van Zuydewijn verdedigt twee Turkse weduwen, “maar spreekt ook voor de anderen”, aldus haar collega-advocaat Ejder Köse. “Waar het aan ontbreekt, is op welke grond de minister aanneemt dat de verschillende verdragen differentiatie toestaan. De discussie is in het verleden alleen gevoerd in relatie tot de kinderbijslag”, stelt De Roy van Zuydewijn.

Ommekeer
Invoering van het woonlandbeginsel in andere wetten is in ons land nooit een item geweest, aldus advocate De Roy van Zuydewijn. “De plotselinge ommekeer in de politiek is wellicht verklaarbaar uit de signatuur van de opeenvolgende kabinetten; de plotselinge ommekeer in het juridisch denken over de materiële gebondenheid in en aan diverse verdragen is onverklaard en onverklaarbaar. De mogelijkheid van differentiatie is in ieder geval niet gegeven in de tekst van de exportbepalingen. Ook de vakliteratuur en de recente jurisprudentie bieden geen aanknopingspunten voor de ommezwaai.”

Etniciteit
Er is geen verdragsverplichting die noopt tot een andere behandeling van een weduwe in Nederland of Turkije, betoogt De Roy van Zuydewijn. Die andere behandeling komt feitelijk neer op discriminatie. Advocate De Roy van Zuydewijn: “Het onderscheid naar woonplaats is tevens een onderscheid naar nationaliteit en etnische afkomst. Dit laatste omdat vooral vrouwen met een niet-Nederlandse afkomst door de verlaging van de weduwe-uitkering worden getroffen. We hebben het over zeshonderd weduwen in Turkije, iets minder dan in Marokko. Deze bezuinigingen worden uitgevoerd over een bijzonder kleine groep. Benadelend onderscheid naar etniciteit valt niet te rechtvaardigen.”

Papiertje
Mede-advocaat Ali Durmuş wil nog wel iets kwijt. “Als u het niet erg vindt, ga ik erbij staan”. Een pleitnota heeft hij niet. Van een papiertje en verder uit het hoofd. Een advocaat is ook een acteur. “De regering betoogt dat het Associatieverdrag met Turkije een beperkte reikwijdte heeft, maar daarmee bagatelliseert zij dit verdrag. Met haar beperkte uitleg van het Associatieverdrag loopt de regering ook uit de pas met de jurisprudentie en de hoogste rechtscolleges in Nederland. In Roemenië en Bulgarije zijn de levenskosten ook lager dan in andere EU-landen, maar het Unieverdrag verbiedt hier differentiatie. Dat geldt ook voor het Associatieverdrag met Turkije dat net als het verdrag met Griekenland werd gesloten als voorloper op lidmaatschap van de EEG.” Dat er volgens de landsadvocaat geen korting wordt toegepast maar een sociaal minimum wordt vastgesteld, wil er bij advocaat Durmuş niet in: “Als het eruit ziet als een eend, zwemt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het een eend.”

Zegje
De advocaten hebben hun zegje gedaan, nu is de beurt aan de raadsheren. “Uw stelling is dat er geen verkregen rechten zijn?” vraagt raadsheer De Vries. “De verzekerde gebeurtenis is voor 2012 ingetreden. De Turkse weduwen hebben toch een verkregen recht op een uitkering?” Landsadvocaat Rop: “Er is te veel betaald, maar dan is er nog geen verkregen recht. De Anw geeft recht op een sociaal minimum en dat wordt gewaarborgd. Er is een lager bedrag uitgekomen, maar dat heeft niets met Turkije per se te maken, maar met het lagere welvaartsniveau. Eigenlijk is woonlandbeginsel een ongelukkig woord; kostenniveaubeginsel was beter geweest.”

Hof
Er wordt even geschorst, maar kort daarna is de zitting afgelopen en het gerechtsgebouw nog open. Welk lot is het woonlandbeginsel in de sociale zekerheid beschoren? De Sociale Verzekeringsbank vindt dit beginsel rechtvaardig en toelaatbaar, de advocaten van de Turkse weduwen vinden het onbehoorlijk en onacceptabel. En de Centrale Raad van Beroep? Voorzitter Van der Kade: “Die streeft ernaar om over zes weken, dus op 28 februari, uitspraak te doen. Als dat niet lukt, zullen we een beslissing moeten nemen over vier voorlopige voorzieningen die ook voorliggen.” Waarom zou er geen uitspraak kunnen komen over zes weken? Wellicht omdat de Centrale Raad van Beroep deze heikele kwestie in de vorm van een prejudiciële vraag gaat voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg?

Internationaal werkzaam, zeevarend? Werkzaam in de bagger- of offshore-industrie? Neem contact op met Robelco Tax Services!

X