Volgens de partijen kan Nederland een zogenaamde 'tax shelter' worden voor de filmindustrie, net zoals bijvoorbeeld buurland België. Daar zijn voor bedrijven die in filmprojecten investeren erg gunstige belastingvoordelen, waardoor er in het land veel films worden gemaakt.
Dat zijn niet alleen Belgische films, maar ook internationale producties die in het land worden gefilmd met geld van Belgische bedrijven. Het aantal internationale producties is in België sinds 2004 met 250 procent gegroeid en vormt nu zelfs de helft van het totale aantal filmproducties in het land.
Geen gelijk speelveld
In een hoorzitting in de Tweede Kamer pleitten verschillende spelers in de Nederlandse filmindustrie ook voor zo’n tax shelter in ons land. "Er worden bijna geen grote films meer in Nederland gemaakt", zo licht Bergkamp toe. "Al het geld gaat naar het buitenland. Er is geen gelijk speelveld." Ook worden steeds vaker onderdelen van de productie van Nederlandse films in het buitenland vervaardigd.
Volgens Bergkamp is het oneerlijk dat filmproducenten moeten concurreren met buitenlandse overheden. Want niet alleen in België, maar ook in veel andere Europese landen zoals Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en een aantal Scandinavische landen zijn er belastingvoordelen voor de filmindustrie. "Creativiteit en werkgelegenheid vloeit nu allemaal naar het buitenland."
30 procent
De partijen stellen een belastingvoordeel van 30 procent op de productie-uitgaven voor in Nederland. “Een veilig instrument omdat de bijdrage pas beschikbaar wordt als de bestedingen al in Nederland hebben plaatsgevonden”, aldus Bergkamp. Voor 15 september moet onderzoek van de ministeries van Cultuur, Economische Zaken en Financiën duidelijkheid geven over de mogelijkheden van een tax shelter in Nederland.
