- Tussen overtreders van wet- & regelgeving en bedrijven die zich aan de wet houden,
- tussen zelfstandigen en werknemers in loondienst,
- tussen buitenlandse bedrijven en binnenlandse bedrijven via detachering.
Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.
Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"
Translate this site
Onderzoek arbeidsmigratie: verdringing door ongelijke concurrentie
Op macroniveau leidt de komst van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa tot verdringing in de bouw, tuinbouw, voedingsindustrie en wegtransport. Dat komt door ongelijke concurrentie. De Europese detacheringsrichtlijn zorgt ervoor dat werkgevers een kostenvoordeel kunnen behalen door gebruik te maken van detachering via buitenlandse bedrijven. Op microniveau zijn de gevolgen van verdringing beperkt. Veel Nederlandse werknemers zijn elders aan het werk gegaan of als zelfstandige. Traditionele allochtonengroepen, jongeren en laagopgeleiden zijn ‘risicogroepen’ en hebben de meeste concurrentie ondervonden van arbeidsmigratie.
SEO Economisch Onderzoek concludeert dit in een onderzoek naar verdringing, dat in opdracht van minister Asscher (SZW) is uitgevoerd en naar de Tweede Kamer is gestuurd. Asscher ziet de uitkomsten van het onderzoek als bevestiging dat de strijd om een ‘race to the bottom’ op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan intensief moet worden voortgezet.
Tussen 2001 en 2011 is het aandeel buitenlandse werknemers (vooral uit Midden- en Oost-Europa) op de Nederlandse arbeidsmarkt toegenomen van 4,9% tot 7,7%. Ook het totaal aantal Nederlandse werknemers is toegenomen (350.000). In de sectoren bouw, tuinbouw, voedingsindustrie en wegtransport is dit aandeel in tien jaar tijd echter fors afgenomen, terwijl tegelijkertijd het aantal buitenlandse werknemers is toegenomen. SEO constateert daarnaast een verschuiving van vaste naar flexibele arbeidsvormen. Het belangrijkste motief om te kiezen voor arbeidsmigranten en flexibele arbeidscontracten is kostenverlaging. Oost-Europese werknemers zijn gewend aan lagere lonen en hogere flexibiliteit. De grootste verschuivingen in arbeid vinden dan ook plaats bij werkzaamheden die gestandaardiseerd (laaggeschoold); en arbeidsintensief (hoge loonkosten) zijn, en waarbij internationaal sterk geconcurreerd wordt op prijs (geen productdifferentiatie), en waarbij beheersing van de Nederlandse taal onbelangrijk is.
Kostenvoordeel door detachering
Volgens SEO zijn gedetacheerde werknemers van buitenlandse bedrijven vaak goedkoper dan personeel van Nederlandse bedrijven. De Europese detacheringsrichtlijn zorgt ervoor dat slechts kernbepalingen uit de Nederlandse cao van toepassing zijn, er hoeven dan meestal geen pensioen- en sociale premies betaald te worden. Op die manier kunnen werkgevers een kostenvoordeel behalen. Een ander neveneffect van de Europese arbeidsmarkt is dat door het grensoverschrijdende karakter controles –op bijvoorbeeld schijnconstructies- lastiger worden en dus misbruik eenvoudiger. Met name in de bouw is er vaak sprake van lange grensoverschrijdende ketens van onderaannemers. Handhaving is dan complex, arbeidsintensief en kostbaar.
Uit het onderzoek van SEO blijkt dat op macroniveau verdringing heeft plaatsgevonden –in de sectoren bouw, tuinbouw, voedingsindustrie en wegtransport- hoewel de gevolgen op microniveau beperkt zijn. Ongelijke concurrentie leidt tot verdringing en vindt op drie manieren plaats:
Tussen buitenlandse en binnenlandse werknemers bij Nederlandse bedrijven is in principe geen sprake van ongelijke concurrentie: deze arbeidsmigranten vallen onder dezelfde cao als de binnenlandse werknemers. SEO ziet dat vooral allochtonen, jongeren en laagopgeleiden concurrentie hebben ondervonden van de komst van arbeidsmigranten. De arbeidsparticipatie van deze groepen is iets gedaald, terwijl dat voor het totaal van de Nederlanders gestegen is. Voor de Nederlanders die niet met arbeidsmigranten concurreren overheersen positieve effecten, zoals vermoedelijk lagere prijzen voor bepaalde producten en het behoud van bepaalde bedrijfsactiviteiten die anders wellicht verhuisd zouden zijn naar lage lonen-landen.
Minister Asscher vindt dat de uitkomsten van het SEO-onderzoek de noodzaak laten zien van een intensieve strijd tegen oneerlijke concurrentie en onwenselijke ‘race to the bottom’ op arbeidsvoorwaarden. Hij zal daarom binnenkort een wetsvoorstel Wet aanpak schijnconstructies naar de Tweede Kamer sturen en een aanscherping van de wet voor het minimumloon voorbereiden.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
zondag, november 23, 2014
Labels:
Arbeidsmigratie,
Concurrentie,
Europese,
SEO