De KOR scheelt ondernemers nogal in het papierwerk voor de BTW. Onder voorwaarden hoeven zij namelijk geen BTW-administratie bij te houden en hoeven ze ook geen BTW-aangifte meer te doen. De regeling is dus een uitkomst voor particulieren die zonnepanelen aanschaffen en de BTW daarop willen terugvragen. Zij melden zich wel aan als ondernemer, maar zitten in de regel niet te wachten op alle administratieve verplichtingen die horen bij het BTW-ondernemerschap.
Onder de huidige KOR zijn deze ondernemers nog ‘BTW-belast’, maar als zij de nieuwe regeling gaan gebruiken zijn zij ‘BTW-vrijgesteld’. Dat wil zeggen dat zij BTW op aangeschafte spullen niet in aftrek mogen brengen. Dit zou betekenen dat ondernemers die vóór 2020 de BTW op hun zonnepanelen hebben teruggevraagd nu tegen een ‘herziening’ aanlopen. Om dat te voorkomen is er een herzieningsdrempel van € 500 per jaar, benadrukt staatssecretaris Snel van Financiën. In de memorie van antwoord bij het Belastingplan 2020 (pdf) die hij naar de Eerste Kamer heeft gestuurd rekent hij voor dat hierdoor investeringen tot € 11.904 exclusief BTW per jaar buiten de herziening vallen. Volgens de staatssecretaris komt het erop neer dat ‘vrijwel alle’ particuliere zonnepaneelhouders onder die grens blijven. Wel moeten zij er rekening mee houden dat de keuze voor de nieuwe KOR geldt voor drie jaar. De BTW op eventuele nieuwe investeringen in zonnepanelen kunnen zij in die periode dus niet in aftrek brengen.
Los van de herziening blijven de mogelijkheden onder de nieuwe KOR hetzelfde voor zonnepaneelhouders, schrijft Snel. Als zij kiezen voor deelname aan de KOR in het jaar ná de aanschaf van de zonnepanelen, hoeven zij maar één keer BTW-aangifte te doen. In die aangifte kunnen zij de BTW op de aanschafkosten terugvragen. Daar gaat de BTW op de opgewekte stroom (volgens een forfait) vanaf. De Belastingdienst heeft hiervoor een speciaal aanmeldformulier en ook meer uitleg op zijn website staan.