De leden van de fracties van het CDA en de VVD vragen naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 9 februari 2017 (het Spaanse voetbalmakelaarsarrest). In de nota naar aanleiding van het verslag bij Overige fiscale maatregelen 2018 is aangegeven dat er op dat moment nog geen eindbeslissing was en dat de uitkomst daarvan wellicht invloed heeft op de precieze invulling van de door Nederland voor de inkomstenbelasting te nemen maatregel. Inmiddels is in deze procedure een eindbeslissing beschikbaar. De precieze reikwijdte van het arrest voor de wettelijke regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen is echter nog niet voldoende duidelijk. Daarom zal vooralsnog vooruitlopend op een wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 in een beleidsbesluit worden aangegeven hoe de Belastingdienst met dit arrest in de praktijk zal omgaan. Dit besluit zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2019 verschijnen.
Aanpassing van de regeling belastingrente voor de erfbelasting
De leden van de fracties van het CDA en de VVD vragen waarom de aanpassing van de regeling belastingrente voor de erfbelasting zich niet uitstrekt tot de gevallen, bedoeld in artikel 45, derde lid, SW 1956 en verzoekt het kabinet dit alsnog toe te zeggen. Deze leden constateren terecht dat de voorgestelde wijziging van artikel 30g van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) uitsluitend ziet op de tijdige indiening van aangiften in de reguliere gevallen waarin een belastingaanslag erfbelasting wordt opgelegd in verband met overlijden en niet ziet op overige gevallen. Snel doet de toezegging dat hij zal onderzoeken of de voorgestelde wijziging van artikel 30g AWR uitgebreid kan worden met belastingaanslagen erfbelasting die om andere redenen dan overlijden (bijvoorbeeld in verband met de vervulling van een voorwaarde) worden opgelegd.
Over de uitkomsten hiervan zal hij de Kamer voor de zomer van 2019 informeren.
De leden van de fractie van de PvdA vragen wat het kabinet gaat doen aan de toenemende complexiteit rondom de eigenwoningregeling. De eigenwoningregeling is een complexe regeling. Deze complexiteit is het gevolg van diverse maatregelen die sinds 2001 zijn genomen binnen de eigenwoningregeling. Hoewel het kabinet achter de doelen staat die daarmee zijn beoogd, zoals het verlagen van de schulden van huishoudens en het verbeteren van de financierbaarheid van de Nederlandse hypotheekportefeuille, is complexiteit een belangrijk aandachtspunt. Met het oog op deze complexiteit heeft het kabinet aan de Kamer toegezegd dat de evaluatie van de eigenwoningregeling met een jaar wordt vervroegd naar 2019. In deze evaluatie zal uitvoerig aandacht worden besteed aan de complexiteit van de regeling.